Vergilius
Het leven van Vergilius.
Publius Vergilius Maro werd geboren in 70 v. Chr. bij Mantua, in Noord-Italië. Zijn vader had een boerenbedrijf. Vergilius volgde onderwijs in o.a. Rome; hij ambieerde geen politieke carrière. Hij vertrok naar Napels, waar hij les kreeg in de filosofie. Vanaf 42 v. Chr. wijdde hij zich geheel aan de poëzie. Al snel trok hij de aandacht van de invloedrijke promotor en sponsor van de kunsten Maecenas, die hem bij de latere keizer Augustus introduceerde. Vergilius heeft de ontreddering van de burgeroorlogen bewust en van nabij meegemaakt, hetgeen duidelijke sporen in zijn werk heeft nagelaten. In 19 v. Chr. ondernam Vergilius een reis naar Griekenland om zijn Aeneis te voltooien. Door ziekte keerde hij vroegtijdig terug naar Italië; hij overleed na aankomst in Brindisi. (19 v.Chr.).
Uiterlijk en karakter van Vergilius
Vergilius was groot van lichaamsbouw en had een donkere huidskleur. Zijn uiterlijk was boers. Hij had een wankele gezondheid: zeer dikwijls had hij maag- en keel- en hoofdpijn. Vaak gaf hij bloed op. Hij was zo schuchter dat hij een toevlucht zocht in het dichtstbij gelegen huis, wanneer hij te Rome op straat herkend en gevolgd werd. Hij was ook zeer matig in eten en drinken. Hij bleef ongehuwd. Hij was niet bedreven in improviseren maar kon uitstekend verzen voorlezen. Vergilius had zo'n innemend karakter dat Horatius hem 'de helft van zichzelf' noemt [Hor.Carm.I,3,8: 'animae dimidium meae']. Bovendien komt hij uit zijn werken tevoorschijn als een fijngevoelig man, vol medelijden met de ellende die mensen overkomt.
De werken van Vergilius
Het bekendste en belangrijkste werk is de Aeneis. Daarvóór publiceerde hij twee andere werken: de Bucolica en de Georgica. In 39 v. Chr. publiceerde Vergilius de Bucolica, ook wel Eclogae genoemd, een bundel van tien herdersgedichten, waarin hij de pastorale wereld vermengde met de historische werkelijkheid. De beroemdste Ecloga is de vierde, waarin de geboorte van een kind wordt voorspeld met wiens komst het Gouden Tijdperk zal terugkeren. In 29 v. Chr. publiceerde Vergilius de Georgica, een didactisch werk over het boerenbedrijf in vier boeken. Vergilius schreef het werk in de jaren 38–29, een periode van grote onrust, waarin Octavianus en Antonius elkaar de macht betwistten. Na de slag bij Actium was er naast vrees nu ook hoop dat er eindelijk een einde zou komen aan de reeks burgeroorlogen en dat Octavianus vrede zou kunnen brengen. De Georgica geeft uitdrukking aan liefde voor het land en bewondering voor het eenvoudige boerenleven. Van belang is de verwantschap met de idealen van het nieuwe regime: eenvoudig geluk, respect voor de goden, een arbeidzaam bestaan in een wereld vrij van oorlog. De laatste elf jaar van zijn leven werkte Vergilius aan de Aeneis, maar bij zijn dood in 19 v. Chr. was het werk niet af. Hij wilde dat het manuscript verbrand werd, maar op de uitdrukkelijke wens van Augustus werd het werk toch uitgegeven.
Centrale thema’s
Twee centrale thema’s in alle drie de werken van Vergilius zijn de contemporaine politieke realiteit en de oude Romeinse virtutes. In de Georgica en de Aeneis klinken bewondering door voor het nieuwe regime en dankbaarheid voor het beëindigen van de lange reeks verwoestende burgeroorlogen. Met het benadrukken (hoewel volgens velen niet klakkeloos) van de waarde van de oude Romeinse virtutes sluit Vergilius aan bij de idealen van het nieuwe regime. In de Aeneis wordt Rome voorgesteld als de macht waaraan door de goden de taak is toebedeeld een heersende rol in de wereld te spelen en recht en orde te brengen. De held Aeneas, die ondanks veel tegenslag en ten koste van persoonlijke offers trouw blijft aan zijn opdracht, is het prototype van de Romein en een voorafschaduwing van zijn verre nazaat Augustus. In het werk komt, verweven met het mythologisch verhaal, de Romeinse geschiedenis voortdurend naar voren.
Invloed in later tijd
Vergilius heeft grote invloed gehad op de beeldende kunst, de literatuur en de muziek in zijn tijd,in de middeleeuwen en zelfs tot in de moderne tijd. De bekendste dichter die zich door Vergilius heeft laten inspireren, is Dante. Het bekendste voorbeeld in het Nederlands is Vondel: zijn Gysbreght van Aemstel is geïnspireerd op het tweede boek van de Aeneis. Er is in beide gevallen zowel sprake van imitatio als aemulatio.
De historische context van Vergilius
Politieke situatie
Vergilius leefde in de eerste eeuw v. Chr., een zeer bewogen tijd in het Romeinse rijk. Bewust en van zeer nabij maakte hij de burgeroorlog mee tussen Pompeius en Caesar, de strijd tussen Antonius en Octavianus en het einde van de republiek. Hij was vijfentwintig jaar oud toen Caesar werd vermoord en achtendertig toen Octavianus in de slag bij Actium de alleenheerschappij verwierf. In navolging van zijn adoptiefvader Caesar benadrukte Augustus dat de gens Iulia van de godin Venus afstamde. Evenals de meeste Romeinen was Vergilius dankbaar voor het feit dat er een einde was gekomen aan de burgeroorlogen die Rome een eeuw lang geteisterd hadden. Onder Augustus was hij de dichter bij uitstek die de idealen van het nieuwe bewind (Pax Augusta) onder woorden bracht. Er is overigens wel discussie over Vergilius’ houding ten opzichte van de grote mate van geweld waarmee Augustus die Pax Augusta had bewerkstelligd.
Het intellectuele klimaat
Vergilius heeft zich in de Aeneis laten inspireren door verschillende filosofische stromingen, in het bijzonder door de Stoa. In het wereldbeeld van de Stoa is in alle wezens de Ratio aanwezig. Niets gebeurt toevallig. Alles wat er gebeurt, wordt immers bepaald en geleid door de Ratio. De loop van de dingen staat dus vast. Ook de mens is hieraan ondergeschikt. Met zijn verstand is een mens in staat het goddelijke plan te doorgronden en zich te laten leiden door de Ratio. Dit kan hij alleen wanneer hij zich niet laat beïnvloeden door emoties. In de Aeneis vertoont Aeneas trekken van een stoïsche held. Hij laat zich echter bij zijn handelen nog te veel leiden door emoties. Hij vecht daartegen, maar met wisselend succes.
Religie
Goden spelen in de Aeneis een belangrijke rol. We worden in het werk geconfronteerd met de traditionele goden van de mythologie. Jupiter bepaalt wat er gebeurt. De wil van de god speelt een belangrijke rol in de Aeneis. De wil van Jupiter valt samen met het lot (fatum). Jupiter wil dat de macht van Rome groot zal zijn en Aeneas is degene die deze wens moet vervullen. De andere goden hebben, in tegenstelling tot Jupiter, wel persoonlijke belangen en rancunes. Het belang van Venus, moeder van Aeneas, staat bijvoorbeeld recht tegenover dat van Juno. Maar syllabus Latijnse taal en literatuur vwo centraal examen 2016 10 uiteindelijk zijn ook de andere goden onderworpen aan de wil van Jupiter en het is overeenkomstig het lot dat het Romeinse wereldrijk tot stand komt waarin de Pax Augusta zal heersen. Het is de vraag of alle Romeinen in Vergilius’ tijd ook werkelijk in de traditionele goden en mythen geloofden. Het leven van de Romeinen was doortrokken van religie. Maar er zullen stellig verschillen hebben bestaan tussen de ‘gewone’ Romeinen en de (kleine) intellectuele bovenlaag, waarin velen zich aangetrokken voelden tot diverse filosofische richtingen, zonder overigens de traditionele godsdienst zonder meer te verwerpen. Bovendien bestond er een nauwe band tussen religie en staat. Niet voor niets deed Augustus er alles aan om de godsdienst na het verval van de burgeroorlogen een sterke nieuwe impuls te geven.
Het leven van Vergilius.
Publius Vergilius Maro werd geboren in 70 v. Chr. bij Mantua, in Noord-Italië. Zijn vader had een boerenbedrijf. Vergilius volgde onderwijs in o.a. Rome; hij ambieerde geen politieke carrière. Hij vertrok naar Napels, waar hij les kreeg in de filosofie. Vanaf 42 v. Chr. wijdde hij zich geheel aan de poëzie. Al snel trok hij de aandacht van de invloedrijke promotor en sponsor van de kunsten Maecenas, die hem bij de latere keizer Augustus introduceerde. Vergilius heeft de ontreddering van de burgeroorlogen bewust en van nabij meegemaakt, hetgeen duidelijke sporen in zijn werk heeft nagelaten. In 19 v. Chr. ondernam Vergilius een reis naar Griekenland om zijn Aeneis te voltooien. Door ziekte keerde hij vroegtijdig terug naar Italië; hij overleed na aankomst in Brindisi. (19 v.Chr.).
Uiterlijk en karakter van Vergilius
Vergilius was groot van lichaamsbouw en had een donkere huidskleur. Zijn uiterlijk was boers. Hij had een wankele gezondheid: zeer dikwijls had hij maag- en keel- en hoofdpijn. Vaak gaf hij bloed op. Hij was zo schuchter dat hij een toevlucht zocht in het dichtstbij gelegen huis, wanneer hij te Rome op straat herkend en gevolgd werd. Hij was ook zeer matig in eten en drinken. Hij bleef ongehuwd. Hij was niet bedreven in improviseren maar kon uitstekend verzen voorlezen. Vergilius had zo'n innemend karakter dat Horatius hem 'de helft van zichzelf' noemt [Hor.Carm.I,3,8: 'animae dimidium meae']. Bovendien komt hij uit zijn werken tevoorschijn als een fijngevoelig man, vol medelijden met de ellende die mensen overkomt.
De werken van Vergilius
Het bekendste en belangrijkste werk is de Aeneis. Daarvóór publiceerde hij twee andere werken: de Bucolica en de Georgica. In 39 v. Chr. publiceerde Vergilius de Bucolica, ook wel Eclogae genoemd, een bundel van tien herdersgedichten, waarin hij de pastorale wereld vermengde met de historische werkelijkheid. De beroemdste Ecloga is de vierde, waarin de geboorte van een kind wordt voorspeld met wiens komst het Gouden Tijdperk zal terugkeren. In 29 v. Chr. publiceerde Vergilius de Georgica, een didactisch werk over het boerenbedrijf in vier boeken. Vergilius schreef het werk in de jaren 38–29, een periode van grote onrust, waarin Octavianus en Antonius elkaar de macht betwistten. Na de slag bij Actium was er naast vrees nu ook hoop dat er eindelijk een einde zou komen aan de reeks burgeroorlogen en dat Octavianus vrede zou kunnen brengen. De Georgica geeft uitdrukking aan liefde voor het land en bewondering voor het eenvoudige boerenleven. Van belang is de verwantschap met de idealen van het nieuwe regime: eenvoudig geluk, respect voor de goden, een arbeidzaam bestaan in een wereld vrij van oorlog. De laatste elf jaar van zijn leven werkte Vergilius aan de Aeneis, maar bij zijn dood in 19 v. Chr. was het werk niet af. Hij wilde dat het manuscript verbrand werd, maar op de uitdrukkelijke wens van Augustus werd het werk toch uitgegeven.
Centrale thema’s
Twee centrale thema’s in alle drie de werken van Vergilius zijn de contemporaine politieke realiteit en de oude Romeinse virtutes. In de Georgica en de Aeneis klinken bewondering door voor het nieuwe regime en dankbaarheid voor het beëindigen van de lange reeks verwoestende burgeroorlogen. Met het benadrukken (hoewel volgens velen niet klakkeloos) van de waarde van de oude Romeinse virtutes sluit Vergilius aan bij de idealen van het nieuwe regime. In de Aeneis wordt Rome voorgesteld als de macht waaraan door de goden de taak is toebedeeld een heersende rol in de wereld te spelen en recht en orde te brengen. De held Aeneas, die ondanks veel tegenslag en ten koste van persoonlijke offers trouw blijft aan zijn opdracht, is het prototype van de Romein en een voorafschaduwing van zijn verre nazaat Augustus. In het werk komt, verweven met het mythologisch verhaal, de Romeinse geschiedenis voortdurend naar voren.
Invloed in later tijd
Vergilius heeft grote invloed gehad op de beeldende kunst, de literatuur en de muziek in zijn tijd,in de middeleeuwen en zelfs tot in de moderne tijd. De bekendste dichter die zich door Vergilius heeft laten inspireren, is Dante. Het bekendste voorbeeld in het Nederlands is Vondel: zijn Gysbreght van Aemstel is geïnspireerd op het tweede boek van de Aeneis. Er is in beide gevallen zowel sprake van imitatio als aemulatio.
De historische context van Vergilius
Politieke situatie
Vergilius leefde in de eerste eeuw v. Chr., een zeer bewogen tijd in het Romeinse rijk. Bewust en van zeer nabij maakte hij de burgeroorlog mee tussen Pompeius en Caesar, de strijd tussen Antonius en Octavianus en het einde van de republiek. Hij was vijfentwintig jaar oud toen Caesar werd vermoord en achtendertig toen Octavianus in de slag bij Actium de alleenheerschappij verwierf. In navolging van zijn adoptiefvader Caesar benadrukte Augustus dat de gens Iulia van de godin Venus afstamde. Evenals de meeste Romeinen was Vergilius dankbaar voor het feit dat er een einde was gekomen aan de burgeroorlogen die Rome een eeuw lang geteisterd hadden. Onder Augustus was hij de dichter bij uitstek die de idealen van het nieuwe bewind (Pax Augusta) onder woorden bracht. Er is overigens wel discussie over Vergilius’ houding ten opzichte van de grote mate van geweld waarmee Augustus die Pax Augusta had bewerkstelligd.
Het intellectuele klimaat
Vergilius heeft zich in de Aeneis laten inspireren door verschillende filosofische stromingen, in het bijzonder door de Stoa. In het wereldbeeld van de Stoa is in alle wezens de Ratio aanwezig. Niets gebeurt toevallig. Alles wat er gebeurt, wordt immers bepaald en geleid door de Ratio. De loop van de dingen staat dus vast. Ook de mens is hieraan ondergeschikt. Met zijn verstand is een mens in staat het goddelijke plan te doorgronden en zich te laten leiden door de Ratio. Dit kan hij alleen wanneer hij zich niet laat beïnvloeden door emoties. In de Aeneis vertoont Aeneas trekken van een stoïsche held. Hij laat zich echter bij zijn handelen nog te veel leiden door emoties. Hij vecht daartegen, maar met wisselend succes.
Religie
Goden spelen in de Aeneis een belangrijke rol. We worden in het werk geconfronteerd met de traditionele goden van de mythologie. Jupiter bepaalt wat er gebeurt. De wil van de god speelt een belangrijke rol in de Aeneis. De wil van Jupiter valt samen met het lot (fatum). Jupiter wil dat de macht van Rome groot zal zijn en Aeneas is degene die deze wens moet vervullen. De andere goden hebben, in tegenstelling tot Jupiter, wel persoonlijke belangen en rancunes. Het belang van Venus, moeder van Aeneas, staat bijvoorbeeld recht tegenover dat van Juno. Maar syllabus Latijnse taal en literatuur vwo centraal examen 2016 10 uiteindelijk zijn ook de andere goden onderworpen aan de wil van Jupiter en het is overeenkomstig het lot dat het Romeinse wereldrijk tot stand komt waarin de Pax Augusta zal heersen. Het is de vraag of alle Romeinen in Vergilius’ tijd ook werkelijk in de traditionele goden en mythen geloofden. Het leven van de Romeinen was doortrokken van religie. Maar er zullen stellig verschillen hebben bestaan tussen de ‘gewone’ Romeinen en de (kleine) intellectuele bovenlaag, waarin velen zich aangetrokken voelden tot diverse filosofische richtingen, zonder overigens de traditionele godsdienst zonder meer te verwerpen. Bovendien bestond er een nauwe band tussen religie en staat. Niet voor niets deed Augustus er alles aan om de godsdienst na het verval van de burgeroorlogen een sterke nieuwe impuls te geven.
De Aeneis
De hoofdpersoon in Vergilius’ mythologisch-historisch epos is Aeneas, de verre mythische voorvader van Augustus en de Romeinen.
De Aeneis omvat de lotgevallen van deze Aeneas, zoon van de godin Venus en de Trojaanse vorst Anchises. Na de val van Troje heeft hij de goddelijke opdracht gekregen om in Italië een nieuw vaderland te stichten voor de Trojanen die de val van hun stad overleefd hebben. Aeneas wordt hierbij gesteund door zijn moeder Venus, maar vooral ook tegengewerkt door de machtige Juno. Zij haat de Trojanen en wil de stichting van hun nieuwe rijk, Rome, verhinderen. De Aeneis bestrijkt een periode van zeven jaar, vanaf de inname van Troje tot de uiteindelijke overwinning van de Trojanen in Latium. De handeling van het verhaal begint in het zevende jaar, wanneer de Trojanen schipbreuk lijden en aanspoelen op de kust van Noord-Afrika. Het werk is ingedeeld in twaalf boeken. De eerste zes boeken beschrijven Aeneas’ zwerftochten op zoek naar zijn nieuwe vaderland. De lotgevallen van de voorafgaande jaren worden door Aeneas in een flashback verteld aan het hof van koningin Dido. Deze eerste zes boeken vormen daarmee een ‘Romeinse Odyssee’. De tweede helft van het epos (boek 7-12) beschrijft de strijd die Aeneas na zijn aankomst in Italië moest leveren met inheemse volkeren om uiteindelijk zijn plaats te veroveren. De laatste zes boeken vormen dus een ‘Romeinse Ilias’. Ook geeft Vergilius een beschrijving van het schild van Aeneas in boek VIII. In zijn Aeneis kiest Vergilius duidelijk partij voor de ideologie van Augustus, tegen Marcus Antonius. Augustus voltooit de taak die aan Aeneas als eerste was opgelegd. Maar Vergilius is geen kritiekloze aanhanger van de keizer. In sommige passages wordt de keerzijde van roem en macht getoond, terwijl Aeneas’ onbeheerste gedrag aan het eind van boek 12 wel als waarschuwing aan Augustus wordt opgevat. Vergilius volgt Homerus’ Ilias en Odyssee in veel opzichten na: - in de structuur van zijn epos, boeken 1-6 ‘Odyssee’, 7-12 ‘Ilias’; - in de navolging van homerische scènes, zoals afdaling naar onderwereld, duel; - in de bewerking van homerische vergelijkingen. Op veel manieren worden oude legenden en dichterlijke fantasieën verweven met de latere geschiedenis van Rome, zodat het epos een symbool van nationale grootheid wordt: Venus, Dido, Iulus, Latium, Sibylle, de ongeboren zielen in de onderwereld, en vooral het steeds weer ingrijpen van de goddelijke machten, die vervulling van het 'fatum' [de onafwendbare lotsbeschikking] eisen. Reeds in de Oudheid werd Vergilius op school gelezen ten behoeve van het onderwijs in grammatica en versbouw, als voorbeeld voor stijloefeningen, als bron voor onderwerpen in de retorica-lessen en natuurlijk ook als literair werk. Deze bewondering voor het werk bleef zo in de Middeleeuwen en leverde veel onzinnigs op in de vorm van allegorische verklaringen. Van de andere kant inspireerde deze bewondering Dante: in zijn 'Divina Commedia' koos hij Vergilius tot wijze leidsman op zijn tocht door hel en vagevuur. In Frankrijk en Duitsland verschenen in die tijd romans in verzen naar episoden uit de Aeneis. In Nederland verwerkte Joost van den Vondel in zijn 'Gijsbrecht van Aemstel' hele stukken, soms letterlijk, van Aeneis boek 2 (ondergang van Troje). In moderne tijd bleef vooral in Italië en Frankrijk deze grote bewondering bestaan, maar bestudering van Griekse voorbeelden, voornamelijk Homerus en Theokritus, gaf de waardering een meer reële en gematigde basis. De Aeneis is, zoals hierboven al genoemd, een bron van inspiratie geweest voor vele andere schrijvers, tot op de dag van vandaag. |
bronnen:
http://www.stilus.nl/examen/16-L-s.pdf
http://benbijnsdorp.nl/vergilius.html
http://www.stilus.nl/examen/07-L-s.pdf
http://www.stilus.nl/examen/16-L-s.pdf
http://benbijnsdorp.nl/vergilius.html
http://www.stilus.nl/examen/07-L-s.pdf