Jacob van Maerlant (ca. 1235 - ca. 1300) werd geboren in Brugge (Vlaanderen) en ging wonen in een stadje vlakbij, Damme. Rond 1260 werd hij koster in het plaatsje Maerlant (letterlijk: land aan de zee) op Voorne. Hier begon hij met schrijven. In zijn eerste werken sloot Jacob zich aan bij de traditie van de ridderromans. Alexanders Geesten (heldendaden) was een biografie van Alexander de Grote in ruim 14.000 verzen. Andere werken in deze traditie waren Historie van den grale, Merlijns boeck en de Istory van Troyen.
Rond 1270 keerde hij terug naar Damme, waar hij Der naturen bloeme schreef (eerste natuurencyclopedie in de volkstaal). In 1271 bewerkte hij de Historia scholastica van Petrus Comestor tot Rijmbijbel, een vertelling van de Bijbelse geschiedenis in de Nederlandse volkstaal. De leiding van de Rooms-katholieke Kerk bood veel weerstand, omdat door dit boek de Bijbel leesbaar werd voor grote groepen. Van 1285 tot 1288 werkte Jacob aan zijn grootste werk, de Spieghel historiael, een bewerking van het Latijnse kroniek Speculum historiale van Vincent de Beauvais. Hierin werd de wereldlijke geschiedenis op een didactische wijze beschreven. In de jaren die hierop volgden, nam Jacob van Maerlant steeds meer afstand van de Franse literatuur. Hij vond het historisch en tekstueel onbetrouwbaar, en vond dat de Franstalige poëzie en romans te veel de schoonheid en rijmelarij nastreefden. In plaats daarvan moesten ze zich richten op de waarheid. Deze kritiek verwoordde hij in de alom bekende slagzin: 'Wat walsch is, valsch is'. Volgens het doctoraal onderzoek van Van Anrooij was Jacob van Maerlant de auteur van het tot dan anonieme Van neghen den besten, één van de weinige Middelnederlandse werken met Europese verspreiding. Dit boek, wat Jacob's laatste werk zou zijn, heeft een verregaande en langdurige invloed gehad op de erecode van de West-Europese ridderlijke elite. Nadat hij was overleden, werd hij begraven in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Damme. Op de grafplaat stond Jacob met een bril op zijn neus, een boek op een lezenaar te bestuderen. Op deze lezenaar stond een uil afgebeeld, met de woorden Uyl en spieghel. Om verwarring te voorkomen met Tijl Uilenspiegel, werd de tekst aangepast: Ghy voorbygaender , staet, siet hier Uylenspieghel; bidt Godt voor hem, hy was een recht cluuytspeelder. Over het leven van Jacob van Maerlant is echter weinig zeker. Zelfs zijn geboorte- en sterfdatum zijn niet onomstreden. Ook is van enkele gedichten niet helemaal zeker of hij ze werkelijk geschreven heeft. Alles wat over hem bekend is, komt van één bron: zijn eigen werk. Over zijn afkomst (Noord- of Zuid-Nederlander) hoeft echter niet getwijfeld te worden. Behalve dat hij in de proloog van Sinte Franciscus' leven zichzelf aanduidt met 'Ende omdat ik Vlaminc ben', wijst zorgvuldig onderzoek van zijn taalgebruik overduidelijk in de richting van een West-Vlaamse geboortegrond. Bronnen: http://www.schooltv.nl/video/jacob-van-maerlant-de-eerste-nederlandse-schrijver/ http://members.home.nl/p.v.heusden/ http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/middeleeuwen/literatuurgeschiedenis/lgme043.html |